KNOWTES.

k·no·w·tes (de; v; enkelvoud: knowte)
Samenvoeging van het woord notes en know: kenniscadeautje


KNOWTE | LEADER zet top-down benadering op z’n kop

door: Patrick Wessels

LEADER is veel meer dan het wegzetten van subsidie, het gaat om het in gang zetten van een beweging en daarmee zet LEADER de traditionele top-down benadering letterlijk op z’n kop. Netwerk Platteland vroeg mij om, vanuit mijn ervaringen als LEADER coördinator Alblasserwaard-Vijfheerenlanden binnen POP2, de aanwezigen op de startbijeenkomst LEADER / POP3 in Baarn over de kracht van LEADER te vertellen.

Bij Leader heeft de doelgroep niet alleen rechtstreeks invloed op de inhoud, maar óók op de uitvoering van het programma.

“Wij” in plaats van “Zij”

LEADER is gebaseerd op een Lokale Ontwikkeling Strategie (LOS) waarbij de plattelandsbevolking, als doelgroep, bepaalt waar met hulp van LEADER aan zal worden gewerkt. Deze bottom-up aanpak is typisch LEADER. ‘Wat is er volgens u nodig de komende jaren’ en ‘Waar zit de energie en waar liggen de kansen’ en ‘Waar dienen de accenten te liggen’ zijn zomaar een paar vragen die aan de bewoners van de streek zijn voorgelegd. Het woord is aan de streek: “Wij willen in ons gebied werken aan…..” . Het resultaat? De inhoud van de LOS is gebaseerd op gedeelde ambities en wordt door het gebied gedragen. We zijn allemaal “mede-eigenaren” en we zetten er samen de schouders onder. Op die manier komt er steun voor projecten geïnitieerd vanuit het gebied en gerealiseerd in het gebied.

Als de inhoud van het programma is vastgesteld, kunnen we aan de slag. Projectvoorstellen worden door gebiedspartijen gedaan. Advisering over en beoordeling van de projecten vindt vervolgens plaats door de zogenaamde Plaatselijke Groep, een commissie die een afspiegeling is van de bevolking in het gebied. In het gebied weten we zelf immers het best of een project kansrijk is en wie de mensen achter de projecten zijn. Op die manier is de plattelandsbevolking de drijvende kracht achter het LEADER programma. In Brussel spreekt men dan ook wel van ‘Community Led Local Development’ als het over LEADER gaat.

LEADER is zo veel meer dan een “Euro-verdubbelaar”

Het “hefboomeffect” van LEADER is groot: Lokale overheden investeren in projecten. Deze lokale financiële bijdragen worden door de Provinciale overheid en vervolgens ook de EU verdubbeld. Dat gaat hard, maar veel belangrijker is toch de energie en de middelen die de lokale bevolking in de projecten steekt: deze zorgen er pas echt voor dat de impact van de initiatiefnemers vele malen wordt vergroot. Dan heb je het over een ander kenmerk van LEADER: energie gedreven, in plaats van geld gedreven.

Innovatie is eveneens een kenmerk van LEADER. Innovatie betekent letterlijk “vernieuwing”. Voor innovatie is creativiteit nodig. LEADER organiseert, mobiliseert en geeft ruimte aan deze creativiteit. De energie gedreven bottom-up benadering is hierin cruciaal: “Dit is wat we willen en iedereen kan meedenken en meedoen” . Innovatie ontstaat als mensen hun kennis, creativiteit en betrokkenheid willen richten op verbetering en vernieuwing, als zij bereid zijn naar elkaars ideeën te luisteren en mjet de juiste partners samen te werken aan de ontwikkeling van innovatieve concepten, producten of diensten èn aan de succesvolle invoering hiervan. Samenwerken is niet voor niets een van de kritische succesfactoren van LEADER.

LEADER gaat niet alleen over meetbare” maar even vaak juist ook over de “merkbare” effecten op langere termijn. Dat maakt het aantonen van het directe effect van LEADER misschien wel wat lastiger, maar des te belangrijker is het om de impact onder de aandacht van het grote publiek te brengen. Daarvoor moeten we samenwerken, zowel op gebiedsniveau als ook als LEADER-gebieden samen op (inter)nationaal niveau. Laat zien wat je doet, wees zichtbaar!

En hoe krijgen we dat nu voor elkaar? Samen!

Zoals gezegd is LEADER een Europees programma en Europese programma’s staan nu niet bepaald bekend om hun eenvoud. Er is een serieus aantal regels en afspraken gemoeid met het LEADER-programma, vanuit zowel Brussel, Den Haag, Provincies en regionale overheden. Hoe krijgen we dan toch bottom-up, die energie gedreven beweging in gang? Vanzelfsprekend moeten de richting en het kader helder zijn, maar verder mogen de procedures de ondernemende en innovatieve initiatiefnemers niet hinderen om binnen LEADER experimentele projecten te ontwikkelen. Hierin heeft de Plaatselijke Groep, ondersteund door een coördinator, een belangrijke rol: initiatiefnemers opzoeken, uitnodigen , aanmoedigen en ondersteunen gedurende het gehele proces, waardoor zij de ruimte scheppen voor de plattelandsbevolking om te experimenteren en te leren.

De Plaatselijke Groepen kunnen projecten aanjagen en ontsluiten, initiatiefnemers motiveren door betrokken te blijven bij het verloop van de projecten en de resultaten daarvan. Zij zetten hun netwerkfunctie optimaal in om regionale partijen bij elkaar te brengen en nieuwe partijen te stimuleren (gezamenlijk) een aanvraag in te dienen. Tenslotte is het voor de Plaatselijke Groep van belang om projecten en resultaten te blijven volgen, om ervaringen te delen en geleerde lessen in te kunnen zetten bij nieuwe projecten. De Plaatselijke Groep heeft eveneens een belangrijke taak bij het zichtbaar maken van de effecten van LEADER.

LEADER = Leiderschap van onderop

De Plaatselijke Groepen hebben binnen het LEADER-programma een belangrijke faciliterende, aanjagende, inspirerende en verbindende rol, maar het is de plattelandsbevolking die binnen LEADER centraal staat. Daarom is het voor leden van de Plaatselijke groep belangrijk te weten wanneer je een stap naar voren moet doen om mensen te activeren en projecten aan te jagen, maar nog veel belangrijker is het te weten wanneer je juist een stapje naar achteren moet doen, zodat de plattelandsbevolking de ruimte krijgt om experimenteren en innoveren. Als je dat weet (en doet!) dan ben je als Plaatselijke Groep een echte “LEADER”.

De kracht van LEADER: bottom-up, energie gedreven, innovatie en samenwerken.